1. Wanneer het effectieve belastingtarief van een jurisdictie waarin groepsentiteiten zijn gevestigd, lager is dan het minimumbelastingtarief voor een verslagjaar, berekent de MNO-groep of omvangrijke binnenlandse groep afzonderlijk de bijheffing voor elk van zijn groepsentiteiten die een kwalificerend inkomen hebben dat is meegenomen in de berekening van het netto kwalificerend inkomen van die jurisdictie. De bijheffing wordt berekend op jurisdictionele grondslag.
2. Het bijheffingspercentage voor een jurisdictie voor een verslagjaar is het in voorkomend geval positieve verschil in procentpunten, berekend volgens de volgende formule:
waarbij het effectieve belastingtarief het overeenkomstig artikel 26 berekende tarief is.
3. De jurisdictionele bijheffing voor een verslagjaar is de in voorkomend geval positieve som, berekend volgens de volgende formule:
waarbij:
a) | de aanvullende bijheffing het overeenkomstig artikel 29 bepaalde bedrag aan belasting voor het verslagjaar is; |
b) | de binnenlandse bijheffing het bedrag aan belasting voor het verslagjaar is, zoals bepaald overeenkomstig artikel 11 of uit hoofde van een gekwalificeerde binnenlandse bijheffing van een jurisdictie van een derde land. |
4. De in lid 3 bedoelde overwinst voor de jurisdictie voor het verslagjaar is de in voorkomend geval positieve som, berekend volgens de volgende formule:
waarbij:
a) | het netto kwalificerende inkomen het overeenkomstig artikel 26, lid 2, bepaalde inkomen voor de jurisdictie is; |
b) | het op basis van substance uitgesloten inkomen het overeenkomstig artikel 28 bepaalde bedrag voor de jurisdictie is. |
5. De bijheffing van een groepsentiteit voor het lopende verslagjaar wordt berekend volgens de volgende formule:
waarbij:
a) | het kwalificerende inkomen van de groepsentiteit voor een jurisdictie voor een verslagjaar het overeenkomstig hoofdstuk III bepaalde inkomen is; |
b) | het totale kwalificerende inkomen van alle groepsentiteiten voor een jurisdictie voor een verslagjaar de som is van het kwalificerende inkomen van alle in de jurisdictie gevestigde groepsentiteiten voor het verslagjaar. |
6. Als de jurisdictionele bijheffing voortvloeit uit een herberekening op grond van artikel 29, lid 1, en er geen netto kwalificerend inkomen is in de jurisdictie voor het verslagjaar, wordt de bijheffing toegerekend aan elke groepsentiteit aan de hand van de formule in lid 5 van dit artikel, op basis van het kwalificerende inkomen van de groepsentiteiten in de verslagjaren waarvoor de herberekeningen op grond van artikel 29, lid 1, zijn verricht.
7. De bijheffing van elke staatloze groepsentiteit wordt, voor ieder verslagjaar, berekend los van de bijheffing van alle andere groepsentiteiten.